De eerste Pokémon die gemaakt werden waren Pikachu, Mew, Moewth, Bulbasaur, Charmander en Squirtle. Uiteindelijk kwamen er 151 Pokèmon maar het was toen al wel duidelijk dat er meer zouden komen.
Net als in het videospel zijn de Pokémon onderverdeeld in types. In het kaartspel is dit niet zo uitgebreid. Bijvoorbeeld ijs en water zijn in het kaartspel 1 type: water. Er zijn in totaal 10 combinaties (tussen haakjes staan de typen die samengaan): colorless (normal, flying, dragon), water (water, ice), fighting (fighting, ground, rock), fire (fire), lightning (electric), grass (grass, bug, poison), psychic (psychic, ghost, poison), metal (steel), darkness (dark) en dragon (dragon).
Iedere soort heeft haar eigen sterkten en zwakten tegenover andere soorten (“Weakness” en “Resistance”). Dit staat op de ruilkaart links onderaan.
Alle kaarten worden onderverdeeld in één van de vijf niveaus van zeldzaamheid. Een rondje op de kaart betekent helemaal niet zeldzaam (op het plaatje de Pikachu); een ruitje betekent redelijk zeldzaam (op het plaatje de Tyrunt); en een sterretje betekent zeldzaam (op het plaatje de Rhyperior). Energy en Trainers hebben als hoogste zeldzaamheid rare (zeldzaam in het Engels), maar Pokémon kunnen ook Super Rare of Ultra Rare als zeldzaamheid hebben (op de plaatjes Mega Gengar en Charizard Full Art, allebei super rare). Deze kaarten zijn dan vaak erg sterk, met hoge HP en sterke aanvallen, en/of met een mooier/groter plaatje dan gewoonlijk. Vanaf de serie Black and White wordt in Japan de zeldzaamheid aangegeven met letters (C, U, R, SR, UR).
Pokemon 